Ik begin eraan te wennen om alleen te zijn. Het dagverblijf heeft me voor een deel goed gedaan, maar bij mijn spirituele zoektocht vind ik geen hulp. Ik moet mijn hond steeds bij ma onderbrengen als ik naar het dagverblijf moet. Ze mist me dan en jankt de hele tijd. Ma begint erover te klagen, dus ik kan maar één ding doen: zo snel mogelijk beter worden of zelf de stekker eruit trekken.
Ik doe mezelf daar wel mee tekort. Ik kom er niet aan toe om de kern van mijn probleem uit te zoeken en aan te pakken. Mijn toneelspel begint weer en ik overtuig de therapeuten dat ik niet meer hoef te komen. Ik heb nog het meest gehad aan het marmeren en tekenen met ecoline. Natuurlijk niet ben ik echt beter, maar ze kunnen verder toch niets meer voor me doen.

Als ik het moeilijk heb, komt Katrien me altijd opzoeken en met me knuffelen. Katrien begint steeds vaker om eten te bedelen. Het lijkt wel of ze onverzadigbaar is. Ook drinkt ze heel veel. Edith gaat met haar naar de dokter, want ik durf niet. De dokter neemt bloed af om te kijken of hij wat kan vinden. Na een lange week wachten krijgen we slecht nieuws. Katrien is ziek en moet voor verder onderzoek naar het ziekenhuis in Utrecht. Edith neemt haar mee in de trein. Na twee weken van onderzoek wordt alles bevestigd. Ze krijgt zware chemotabletten. Die zijn zo duur, dat ik een zwart baantje erbij neem: ik ga in de beton werken, ondanks dat ik afgekeurd ben.

De medicatie heeft behoorlijke bijeffecten, Katrien begint raar te doen met haar hoofd en ontwikkelt een tic, net alsof ze schrikt. En het wordt steeds erger. Ik besluit om haar een zo goed mogelijk leven te geven, maar wel zonder die rotzooi. De pillen gooi ik meteen bij het chemisch afval. Edith weet niet dat ik de hond geen medicijnen meer geef. Katrien knapt gelukkig weer een beetje op. De tic blijft ze houden en ik voel me schuldig.
Dan gaat Katrien steeds meer kwijlen. Ik maak meteen een afspraak met de dierenarts. Als ik bij hem kom, pakt hij een spuitje. Iets in me wil weten waar het voor dient. Normaal denk ik iets, maar zeg ik het niet hardop. Nu heb ik het al gevraagd, want het is voor Katrien.
“Ik wil proberen het kwijlen te stoppen.”
“En wat als het spuitje niet helpt?”
“Dan stikt ze in haar eigen slijm.”
“Het gaat niet om mij, maar om mijn hond,” zeg ik.
“Dan kan ik haar beter in laten slapen.”
Het is hartverscheurend om mijn hond zo ziek te zien. Ik bel Edith en vertel haar het slechte nieuws, zodat ze nog afscheid kan nemen. Katrien heeft het zwaar, haar blik spreekt boekdelen. Met Edith gaan we naar de dierenarts. Na een kwartier sta ik zonder mijn hond buiten, met haar riem in mijn handen. Samen met Edith loop ik naar mijn huis en huil. Edith kan me niet troosten. Mijn buurman komt ook langs en weer barst ik in huilen uit. Vanaf die dag droom ik steeds over haar: ik ben op zoek naar Katrien, maar ik kan haar nergens vinden.
Als ik naar een film op tv kijk, voel ik een druk op mijn borst. Dan ruik ik zweetvoeten, mijn hele lichaam begint te tintelen. “Katrien,” schiet het door mijn hoofd, “jij bent het, ik ruik je, ik voel je.”
Ik kom volledig tot rust, ze komt afscheid nemen, ze heeft mij gevonden. In gedachten zeg ik tegen haar: “Ga maar, het is goed. Ik hou van je.”
Ik voel hoe ze van me weggaat. In plaats van verdriet ben ik nu gerustgesteld. De riem en haar voederbak heb ik steeds bewaard. Ik neem nooit meer een huisdier. Maar nu ben ik wel helemaal alleen. Langzaam voel ik me weer wegzakken. Het enige wat ik doe is op de bank zitten, computerspelletjes spelen en tv kijken.
Die lieve ouwe Katrien, ja ze kwam altijd bij de goede staan in de keuken. Ik kon haar ook niet weerstaan als ze bij de ijskast kwam staan en dan haar smekende grote waterige ogen, hahaha ik bezweek er ook vaak genoeg voor en ook ik had het er moeilijk mee. Het was gewoon een schatje, ik heb haar ook een tijdje voor jou uitgelaten en inderdaad, ze ging als eerste de trap op en liet gerust een ruft haha. Tot ik gewoon eerder ging waren we samen aan het knokken wie er het eerste omhoog ging. Hahaha voor mij was ze een lieverd 😉
Mooi verhaal weer Koos. Heel aangrijpend.
mooi maar ik moet er om huilen .
Wie niet, Nancy …